top of page

'Das echt zund'

Geen gezellige derde helft meer na een wedstrijd, geen kaartavondjes meer na een training en geen frituurlucht meer die over het sportpark waant. De kantines zijn op slot. Voor vele sportverenigingen doet dat zeer in de portemonnee. Zeker in Brabant, waar ze niet vies zijn van een snackie en een pilsje. In de serie ‘Das echt zund’ wordt in iedere aflevering een andere Brabantse amateurclub uitgelicht die zich uitlaat over de maatregelen. Deze keer Hockeyvereniging Were Di in Tilburg.
 

Op de jeu de boules banen harkt een oude man de gevallen herfstbladeren op een hoop, op de tennisbanen wordt er geoefend op serveren en op de hockeyvelden zijn twee mannen druk in de weer met het plaatsen van een dug-out. Were Di herbergt meerdere sporten op haar terrein. Fabiënne van Engelen is voorzitter van het hockeygedeelte. Met haar spreek ik af. Op aanraden van Gerard, de terreinknecht, kunnen we binnen in het clubhuis zitten. Een stuk warmer en aangenamer.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​
 

 

 

Momenteel ligt het hockeyveld er verlaten bij, maar Were Di geeft haar leden de mogelijkheid om weer in groepen van vier te trainen. “Daar wordt tot nu toe weinig gebruik van gemaakt”, vertelt Van Engelen. “Dames 1 en 2 en Heren 1, en een aantal jongdamesteams. Verder bijna niemand.” De jeugd trainde daarentegen volledig door en op de zaterdag spelen zij onderling wedstrijden. Het bestuur houdt een oogje in het zeil of ouders komen kijken en of leden blijven hangen.
 

Vooralsnog houdt iedereen zich daar goed aan volgens de voorzitter. “De bereidheid om te kunnen sporten is groot, ondanks dat mensen een paar concessies moeten doen.” Alleen in de eerste paar weekenden moest ze wel eens optreden, maar dat was snel niet meer het geval. De club nam ook zelf maatregelen. Zo legden ze looprichtingen op de vloer van de kantine, kochten ze liters desinfectiegel en plaatsten ze spatschermen aan de bar.
 

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​


Waar de gezelligheid ontbreekt, vallen er daarnaast een heleboel inkomsten weg voor de hockeyclub. Duizenden, dan al niet tientallen duizenden euro’s die normaal gesproken worden verdiend aan de kantine. “Dus dat is serieus veel. En je vaste kosten lopen door: je onderhoud en je accommodatie”, aldus de voorzitter.” Ze kunnen in de toekomst waarschijnlijk gebruik maken van een bepaalde subsidie die is aangevraagd. Tot dan bezuinigen ze op schoonmaak en inkopen voor de horeca. De club heeft een buffer, maar dat is vanwege een grote lening voor aanvraag van de velden. Dus gezond is Were Di niet.
 

Desondanks dat heeft Van Engelen er vertrouwen in dat ze zich er doorheen slaan. Ze krijgt wel al vragen over hoe het zit met de contributievergoeding. Ze durft nog geen antwoorden te geven. “Stel dat we in januari kunnen gaan hockeyen, dat scheelt al weer. Maar hoe groot is die kans? Ik heb geen uitzicht.” Ze onderhoudt contact met de hockeybond en die gaan er vanuit dat eind januari de competities weer worden hervat. De voorzitter hoopt het met heel haar hart, maar durft er niet haar hand voor in het vuur te steken. De club laat daarom de contributie voor wat het is. “Je bent lid van een vereniging en die heeft jouw contributie nodig om de accommodatie te onderhouden, materialen te kopen en de trainers te betalen.”

​

​

20201201_151600.jpg
20201201_151235.jpg

Van Engelen doet haar uiterste best om de besmettingen terug te dringen. Zo gaf ze zichzelf in de eerste lockdown over aan de maatregelen. “Je weet niet wat je te wachten staat. Je doet wat je moet doen en that’s it.” Nadat drie maanden echt alles stil lag, mocht de jeugd weer aan de gang. Were Di zocht extra trainers. Ze wilde koste wat het kost dat de jeugd in beweging bleef en gaf zelfs een van de velden te leen aan een sportschool. Onder haar dochter merkte Fabiënne ook de drang om weer te mogen hockeyen. “Zij is niet überfanatiek, maar zelfs zij ging het missen om met de meiden lol te maken en op het veld te rennen. Dat laat zien dat bij sporten het sociale aspect er ook erg toe doet.”

Het bestuur overweegt wel aan het eind van het seizoen te zeggen: ‘Superbedankt dat jullie ondanks alles lid zijn gebleven en als je weer je lidmaatschap verlengt krijg je een x percentage terug op je contributie van vorig jaar.’ Maar dat is afhankelijk van hoe het gaat lopen. Want ondanks de corona-crisis heeft Were Di opvallend genoeg een toeloop van leden gehad. Vooral van jongseniorenteams. Van Engelen: “A1-speelsters die jaren ertussen uit zijn geweest, ergens anders zijn gaan studeren en nu weer terugkomen naar Tilburg. We zijn van één jongdamesteam naar vier gegaan.” Twee veteranenteams zijn daarentegen gestopt, maar daar maalt de voorzitter niet zo om. “Laat die jonge lui maar komen, die zetten we hier straks bij de bar wel neer.”

20201201_151323.jpg
bottom of page